​​Ik besef dat ik alweer 25 jaar in de popkoor-scene betrokken ben, waarvan zo’n 20 jaar als dirigent. En nog steeds geniet ik van meerstemmige bekende popsongs, m.n. in speciale bewerkingen; net even een andere draai geven aan het oorspronkelijke lied.



Muziek maken met maximaal 30 zangers en zangeressen is overzichtelijk en persoonlijk; er blijft ook ruimte voor een grap links en rechts. Uiteindelijk is men op de repetitie ook een avondje-uit.



Tijdens de uitvoeringen wil ik zoveel mogelijk schitteren door afwezigheid. Ik vind het belangrijk dat het koor rechtstreeks communiceert met het publiek, zodat luisteraars sterk betrokken worden bij de happening. Ik vind mezelf als dirigent een stoorzender, als ik met mijn rug naar het publiek sta en bladmuziek voor mijn neus heb staan. Dat creëert m.i. afstand tussen het koor en het publiek. Ik geniet van de vrije rol; even bij de band staan met een percussie-instrument, voor het koor springen als er een aanwijzing nodig is, en mezelf richten op het publiek als de sfeer nog meer opgezweept moet worden.

​

Ton Willemsen